Het doorbreken van patronen
Het doorbreken van patronen
Stelt u zich voor dat een fictief persoon, genaamd Bob, zichzelf in zijn hand bijt in reactie op het ervaren van pijn. Terwijl hij dit doet, stel je voor dat zijn verzorgers vragen: “Wat is er aan de hand? Wil je naar buiten voor een potje voetbal?”. Want Bob is dol op voetballen en zijn verzorgers hopen natuurlijk dat hij dan voldoende is afgeleid en hij ophoudt zich te verwonden.
Stelt u zich nu voor dat Bob op een later tijdstip zin heeft om te voetballen, maar dat zijn verzorgers het op dat moment te druk hebben. Als Bob vraagt “Mag ik naar buiten?”, dan zal het antwoord daarop “Nee” zijn. Maar als hij zich herinnert wat er eerder is gebeurd en weer in zijn hand gaat bijten, dan is de kans groot dat zijn verzorgers hem wederom mee naar buiten nemen om te voetballen, zodat hij stopt zichzelf te verwonden.
Dit gedrag kan al heel snel een effectieve manier worden om buiten een potje te kunnen gaan voetballen. Het kan erg moeilijk zijn om te voorkomen dat dit soort patronen zich vormen, omdat het nu eenmaal prioriteit is om de veiligheid van de persoon in kwestie en anderen te waarborgen en het zelfverwondend gedrag zo snel mogelijk te laten ophouden. Het probleem is dat het vaak de gemakkelijkste manier is om dit soort gedrag te stoppen, door een beloning aan het stoppen te koppelen. Dit patroon kan moeilijk te doorbreken zijn, maar het is niet onmogelijk.