Angst
Angst
Angst komt veel voor bij individuen met CdLS. Angst bij CdLS presenteert zich meestal als sociale angst (excessieve zorgen over dagelijkse levensgebeurtenissen zonder een duidelijke reden voor de zorgen), separatie angst (excessieve angst om scheiding van huis of van een ouder/zorgverlener) of selectief mutisme (niet spreken in sociale situaties waar wel verwacht wordt dat je spreekt, b.v. op school) (168,148).
Angst bij CdLS kan leiden tot toename van repetitief gedrag, stemmingssymptomen of verstoren, agressief en zelfbeschadigend gedrag 109). Het is belangrijk dat elke interventie gericht op problematisch repetitief gedrag bij een individu met CdLS rekening houdt met angst, sensorische problemen en sociale verwachtingen. Interventies moeten ook omgevingsfactoren meenemen (R59).
Sociale interacties kunnen ook angst oproepen bij individuen met CdLS en leiden tot gedragsreacties die geobserveerd kunnen worden, zoals friemelen, oogcontact vermijden en actief vermijdingsgedrag (152,175). Individuen met CdLS hebben vaak een grote voorkeur voor gelijkheid, wat inhoudt dat veel individuen moeite hebben zich aan te passen aan veranderingen in hun routine. Dit kan transitie-periodes moeilijker maken en angst oproepen (148,162,174). Tijdens transitie-periodes kunnen strategieën toegepast worden om individuen te helpen zich aan te passen aan veranderingen en niveaus van angst te reduceren (R61).
Angst beoordelen bij CdLS kan ingewikkeld zijn, met name bij individuen die moeilijk gedrag vertonen zoals zelfbeschadigend gedrag, agressie, roepen en schreeuwen (137). Vaak kunnen angst- en stemmingsstoornissen geïdentificeerd worden door gedragsveranderingen te observeren bij individuen met CdLS (R60). De behandeling van angst- en stemmingsstoornissen kan bestaan uit psychosociale interventies (therapie om gezondheid en welbevinden te verbeteren) en/of medicatie (R62).