Information

De Wmo stappen


 

Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.

Ondersteuning thuis

De gemeente geeft ondersteuning thuis vanuit de Wmo.
Zij helpen daarmee mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Het gaat bijvoorbeeld om:

  • begeleiding en dagbesteding
  • ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten
  • een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische aandoening
  • opvang bij huiselijk geweld en aan mensen die dakloos zijn.

Ondersteuning die past bij persoonlijke situatie

Meldt iemand zich bij de gemeente met het verzoek om ondersteuning? Dan moet de gemeente onderzoek doen naar de persoonlijke situatie. Dat gaat meestal via het wijkteam.

Persoonsgebonden Budget

De gemeente kan een persoonsgebonden budget (PGB) geven. Met een PGB kun je zelf de ondersteuning kiezen en inhuren. Vaak moet er wel iemand zijn die het PGB voor jou beheert. Het geld komt niet op je eigen bankrekening. De Sociale Verzekeringsbank zorgt voor de betaling.

Past in jouw situatie PGB het beste?
Kun je geen gebruik kunt maken van zorgaanbieders waar de gemeente afspraken mee heeft gemaakt?
Dan moet de gemeente een PGB geven.

Zorg of ondersteuning aanvragen

Iedere gemeente regelt de ondersteuning op zijn eigen manier.
Sommige gemeenten hebben een Wmo-loket.
Veel gemeenten kiezen voor sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun ondersteuningsvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.

Het voorbeeld van Kees

kees.png

Kees

Kees is 22 jaar en heeft een licht verstandelijke beperking.
Hij heeft vroeger op een school voor moeilijk lerende kinderen (MLK) gezeten. Hij is gekeurd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) toen hij 18 jaar werd.

Zij hebben gezegd dat Kees zou kunnen werken in een beschutte werkomgeving, de sociale werkplaats.
Kees staat op de wachtlijst van de sociale werkplaats en doet vrijwilligerswerk bij een kinderboerderij.

Kees huurt zijn eigen flat.
Hij krijgt drie keer per week bezoek van een begeleider van de zorgorganisatie. Zij helpt hem met de administratie, boodschappen doen, kijken of Kees wel goed voor zichzelf zorgt, op tijd zijn was doet. Ook helpt zij Kees bij lastige gesprekken. En ze vertelt hem dat hij zijn muziek niet te hard moet zetten omdat de buren anders klagen.
Een huishoudelijke hulp van de Wmo komt twee keer in de week om zijn flat schoon te maken. Ook zij houdt een oogje in het zeil.

Kees gaat twee keer in de week bij zijn moeder eten. Af en toe gaat hij een weekend bij zijn zus logeren. Kees bezoekt één keer in de week het steunpunt van de instelling. Dan komen de andere mensen die begeleid wonen ook langs. Ze doen een spelletje of krijgen informatie. Laatst volgde Kees een cursus EHBO bij het steunpunt. Als er een probleem is, kan Kees altijd even het steunpunt bellen. Zij geven advies of maken een afspraak om een keer extra langs te komen.

Samen om de tafel op het steunpunt

Samen om de tafel op het steunpunt

 

Het gesprek

Heb je door je beperking ondersteuning nodig om op jezelf of bij je ouders te kunnen blijven wonen? Dan kun je met je ondersteuningsvraag naar de gemeente. Vaak is dit het Wmo-loket. Je kunt ook contact opnemen met een sociaal wijkteam. Je hebt dan een gesprek met de gemeente of iemand van een wijkteam.

De medewerker kijkt samen met jou naar:

  • wat je ondersteuningsvraag precies is
  • wat je er zelf aan kunt doen om de vraag op te lossen
  • wat familieleden, buren of andere mensen kunnen doen voor jou of er vrijwilligers of mantelzorgers zijn die je kunnen helpen
  • of er algemene, collectieve of maatwerkvoorzieningen zijn die jou ondersteuning kunnen geven.

 

Iedere ondersteuningsvraag is anders

Soms heb je tijdelijk ondersteuning nodig. Soms heb je je hele leven een beetje ondersteuning nodig. Bijvoorbeeld iemand die jou helpt bij de administratie, het lezen van ingewikkelde brieven, gesprekken op je werk of bij het vinden van dagbesteding.

 

Algemene, collectieve of maatwerkvoorzieningen

Wil je algemene, collectieve of een maatwerk voorziening?

Drie verschillende soorten voorzieningen

Algemene voorzieningen zijn door iedereen te gebruiken. Bijvoorbeeld openbaar vervoer, buurthuizen, klussendiensten, maaltijdenservice, boodschappenservice.

Collectieve voorzieningen zijn er speciaal voor mensen met beperkingen. Je deelt de voorzieningen wel met andere mensen met een beperking. Bijvoorbeeld de regiotaxi, de rolstoeltaxi-bus of ‘tafeltje dekje’.

Een ‘maatwerkvoorziening’ wordt speciaal voor jou gemaakt of geregeld. Dat gebeurt pas als je het zelf niet kunt. En als er geen familieleden zijn die ondersteuning kunnen bieden.Een maatwerkvoorziening kan er
voor iedere persoon anders uitzien. Bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, woningaanpassing of een rolstoel. Krijg je een maatwerkvoorziening, dan moet je vaak een eigen bijdrage betalen aan het Centraal Administratiekantoor (CAK). De eigen bijdrage is per gezin € 19,00 onafhankelijk wat je verdient, wat op de spaarbank staat, hoeveel zorg en ondersteuning je nodig hebt en hoeveel mensen in jouw gezin zorg van de Wmo nodig hebben. Sommige gemeenten vragen geen eigen bijdrage aan mensen met een laag inkomen. Je kunt dit bespreken met de cliëntondersteuner.

In het gesprek gaat het ook over de volgende dingen:

  • hoe je de ondersteuning kunt betalen - met een persoonsgebonden budget (PGB) of Zorg in Natura (ZiN)
  • hoe het gaat op je werk of dagbesteding
  • en of je wel genoeg geld hebt om te leven of je mantelzorger goede ondersteuning krijgt.

Verslag gemeente

De gemeenteambtenaar maakt een verslag van het gesprek. Jij kunt zeggen of je het eens bent met het verslag.
Is de vraag voor zorg en ondersteuning duidelijk? Soms is er ook nog een onderzoek. Dan kijkt de gemeente welke zorg het beste bij jou past. Dan doet de gemeenteambtenaar een aanvraag voor één of meer maatwerkvoorzieningen.

Je krijgt dan een brief van de gemeente waarin staat welke voorziening(en) je krijgt en hoeveel uur. Dit noem je een beschikking.

Ben je het toch niet eens met de beschikking? Dan kun je een brief (laten) schrijven dat je het er niet mee eens bent. Dat noem je een bezwaarschrift.
De cliëntondersteuner kan jou daarbij helpen.ning message here.