Omgaan met depressie
Waarschijnlijk kennen we allemaal wel iemand die een depressie heeft (of heeft gehad). Deze aandoening komt namelijk veel voor: in Nederland krijgt ongeveer 25% van de volwassenen ooit in het leven te maken met depressie. Elk jaar lijdt ongeveer 9% van de volwassenen aan een depressie (cijfers: Trimbos Instituut). Depressie komt vaker voor bij vrouwen, met name in de leeftijdscategorie 18-34 jaar. Deze ziekte kan erfelijk zijn, in sommige families komt het vaker voor dan in andere.
Hoewel de precieze oorzaak van depressie niet bekend is, komt het waarschijnlijk doordat bepaalde chemische stoffen in de hersenen (zogenaamde ‘neurotransmitters’) uit balans zijn. Depressie wordt niet veroorzaakt door iets wat je gedaan hebt en het is zeker geen teken van zwakte. Het is een medische aandoening die gelukkig goed te behandelen is.
Soms kunnen hormonale veranderingen of gezondheidsproblemen een depressie uitlokken. Maar ook van ernstige of chronische stress is bekend dat het een depressie in de hand kan werken. Als ouders of familieleden van iemand met CdLS staan we onder meer stress dan een gemiddeld gezin. Het is dus belangrijk dat we goed voor onszelf zorgen en dat we weten hoe we een depressie kunnen herkennen en behandelen.
Herken je een of meer van de bovenstaande symptomen en houden die minstens 2 weken aan? Dan kun je het beste je huisarts raadplegen. Die kan adviezen geven waarmee je zelf de depressie aan kunt pakken, zoals structuur geven aan je dag en zorgen voor voldoende beweging. Als dat niet voldoende helpt, kan de huisarts je doorverwijzen naar een psycholoog of psychiater.
Depressie kan worden behandeld met psychotherapie (gesprekken met een psycholoog) en met medicijnen (antidepressiva). Bij milde depressies is psychotherapie de primaire behandeling. Bij ernstige depressies wordt psychotherapie gecombineerd met medicijnen. Er zijn verschillende antidepressiva die zeer effectief en veilig zijn. De nieuwste middelen hebben weinig bijwerkingen. Het duurt ongeveer een maand voordat antidepressiva effect hebben.
Merk je dat een van je naasten depressief lijkt? Dring er dan op aan om naar de huisarts te gaan. Ga eventueel mee naar de eerste afspraak om informatie en steun te bieden. Soms hebben mensen met een depressie zelf niet door hoe ze veranderd zijn. Emotionele steun en aanmoediging zijn belangrijk om ze door deze moeilijke periode heen te helpen.
Binnen gezinnen waar een kind CdLS heeft, zien we vaker dat de voortdurende zorg en de stress van steeds terugkerende ziekenhuisopnames tot depressie kunnen leiden. We hebben als ouders hoge verwachtingen van onszelf, en als je daar de medische en emotionele stress van onze kinderen bij optelt, dat kan soms te veel zijn.
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Probeer er daarom voor te zorgen dat je als ouder voldoende ondersteuning krijgt en af en toe een zorgpauze in kunt lassen. Bespreek met het behandelteam welke mogelijkheden er zijn. De algemene gezondheid van kinderen met CdLS is belangrijk, maar net zo belangrijk is de (mentale) gezondheid van het hele gezin. Als je thuis voldoende ondersteuning en hulp krijgt, ben je gelukkiger, heb je meer energie en ben je beter in staat om je kind met het Cornelia de Lange syndroom te helpen.
For further information about depression, contact the Depression and Bipolar Support Alliance at 1‐800‐826‐3632 or www.dbsalliance.org.
9/10/2003