informatie

Spraak en taal problematiek


Uitspraak (articulatie)

Kinderen met CdLS hebben vaak moeite met het maken van geluiden, een aandoening die taal- spraakpathologen benoemen als een articulatie- of uitspraakstoornis. Het woord ‘articulatie’ verwijst naar de delen in de mond die elkaar aanraken of ten opzichte van elkaar bewegen (dat is ‘articuleren’).

Hoe de woorden die we maken klinken, de uitspraak of articulatie dus, wordt bepaald door de bewegingen die we maken met onze tong, tanden, lippen, kaak en het zachte deel van het gehemelte in combinatie met de juiste luchtstroom. Om de klank “t” te maken, bijvoorbeeld, raken we snel even het tandvlees achter onze bovenste voortanden aan met het puntje van de tong en laten los met een beetje lucht.

Een uitspraakstoornis houdt in dat klanken verkeerd worden uitgesproken door het weglaten, vervormen, vervangen of toevoegen van klanken, waardoor het moeilijk wordt om iemand te verstaan. Kinderen met CdLS zeggen bijvoorbeeld “kak” als ze “kat” bedoelen; een voorbeeld van het vervangen van de juiste klank met een verkeerde. Het zou kunnen zijn dat dit type klankvervangingen bij kinderen met CdLS veel voorkomt doordat ze een teruggetrokken kaak hebben; hun onderkaak is kleiner en staat meer naar achteren in de mond in vergelijking met hun bovenkaak. Door deze afwijking van de kaak komt ook de tong meer naar achteren te liggen, waardoor kinderen de neiging hebben om de “k”-klank in te zetten in plaats van andere medeklinkers. 

Kinderen met CdLS zijn vaak moeilijk te verstaan. Dat komt door verkeerd uitgesproken klanken, maar ook door andere factoren. Eén hiervan is het dempende effect van de vaak kleiner dan normale mond of mondholte. Een andere reden is dat de stem vaak wat lager en wat schor is.

Er is een verschil tussen spraak en taal. Spraak is het communiceren met gesproken taal. Hieronder vallen uitspraak (articulatie), stem (het geluid van de stem van uw kind) en vloeiendheid (de mate waarin uw kind wel of niet stottert). Taal is het leren van regels voor communicatie zoals de betekenis van woorden en hoe die woorden in een zin te zetten.

Taal- spraakpathologen zijn vaak van mening dat het belangrijker is om eerst aan taalontwikkeling te werken en pas later in te zetten op spraakontwikkeling. Zo kan het gebeuren dat de logopedist van uw kind u vertelt dat uw kind een uitspraakprobleem heeft, maar dat de behandeling hiervan niet het meest belangrijke therapeuthische doel is. In eerste instantie is het voor kinderen belangwekkender om een naam te hebben voor de belangrijke mensen en dingen in hun omgeving, ongeacht hoe ze die uitspreken. Tegen de tijd dat het van belang wordt om de uitspraakproblemen te gaan behandelen, verloopt de behandeling hetzelfde als voor andere kinderen met ontwikkelingsachterstanden en verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD). 

Verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD)

Verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD) is een motorische spraakstoornis die veel voorkomt bij kinderen met CdLS. Als een kind VOD heeft, zal het moeite hebben met het uitspreken van geluiden, lettergrepen en woorden. Er is geen sprake van spierzwakte of verlamming; onbewuste mondbewegingen werken gewoon, maar de bewuste aansturing van mondbewegingen is gestoord. 

Om de juiste diagnose te stellen, letten logopedisten op dit soort gedrag: terwijl het kind eet heeft het geen probleem met het onbewust optillen van de tong naar de bovenlip om het eten op te vangen. Hierna doet de logopedist dezelfde beweging met de tongpunt nog eens voor en vraagt het kind om haar na te doen. Kinderen met VOD hebben er moeite mee om deze en andere mondbewegingen te maken, terwijl ze er geen problemen mee hebben om die bewegingen zonder erover na te denken, als een reflex, te maken. Wat ik vaak zie, is dat kinderen naar hun gezicht grijpen als ze proberen de bewegingen bewust na te doen. We denken dat kinderen met VOD weten wat ze willen zeggen, maar dat hun brein worstelt om de benodigde spierbewegingen te maken en te coördineren, die nodig zijn om de woorden uit te spreken.”

Kinderen met CdLS brabbelen vaak niet als baby, een kenmerk dat ze delen met andere kinderen met VOD. Het is heel opmerkelijk als die brabbelfase ontbreekt. Zelfs dove kinderen brabbelen in hun eerste jaar, net zoals de meeste kinderen met verstandelijke beperkingen. De afwezigheid van brabbelen bij kinderen met CdLS wijst daarom op belangrijke afwijkingen in het deel van de hersenen dat de spraak regelt.

Een ander gedeeld kenmerk dat we zien bij kinderen met CdLS en andere kinderen met VOD is dat kinderen soms opeens onverwacht een woord of korte zin perfect uitspreken met een normale verbuiging. Het komt voor dat een kind of volwassene die nog nooit, of bijna nooit, iets heeft gezegd opeens een woord één of twee keer klaar en duidelijk uitspreekt en daarna dat woord nooit meer zegt.

Het is belangrijk dat de logopedist van uw kind weet dat het hoogstwaarschijnlijk VOD heeft. Om kinderen te stimuleren spraak en taal te gebruiken, is de behandeling voor VOD heel specifiek. De behandeling die ik gebruik voor kinderen met CdLS en VOD begint met grof-motorische oefeningen, om het idee van het nabootsen van gedrag te introduceren. Zo creëer je gelegenheid om het kind te prijzen en ook ander gedrag te stimuleren. Bij de volgende stap moedig ik het kind aan om simpele lettergrepen na te zeggen zoals “bee”, door “bee” in een kleurrijke plastic ring te zeggen. Het kind houdt een plastic ring vast en ik zit aan de andere kant. Dan spreek ik de lettergreep heel langzaam uit met heel duidelijke intonatie en dan wacht ik verwachtingsvol  tot het kind me imiteert.

Als het kind de lettergreep goed kan nabootsen, herhaal ik het proces met het woord “baby”. We oefenen iedere lettergreep 10 tot 15 keer totdat het makkelijk is voor het kind om de klank te maken. Het is belangrijk dat de presentatie van de lettergreep of het woord langzaam gaat, door de klinker te verlengen, tenminste twee seconden per lettergreep. Het is ook belangrijk om veel muzikale intonatie aan te brengen en heel verwachtingsvol te wachten. Prijs uitbundig bij succes of als het doelgedrag steeds beter gaat. Gebaren ondersteunen mondelinge communicatie; bijvoorbeeld door via een plastic ring of een speelgoedmicrofoon te spreken. Ook kan meetikken op de lettergrepen helpen. 

Selectief mutisme

Selectief mutisme is de complete afwezigheid van spraak in een specifieke situatie, terwijl het kind in andere situaties wél kan praten, met een tijdsduur van dit gedrag van tenminste een maand. We denken dat nervositeit hier de onderliggende factor is en bij de behandeling werken verschillende typen zorgverleners samen onder leiding van een psycholoog. Meestal zijn ook een taal-spraakpatholoog of logopedist, een leerkracht en soms een maatschappelijk werker betrokken.

De medisch directeur van de CdLS stichting, dokter Antonie Kline en ik willen ontdekken of selectief mutisme vaker dan verwacht voorkomt bij CdLS. We weten van een aantal meisjes met CdLS en selectief mutisme, maar of het daadwerkelijk vaker voorkomt bij CdLS dan bij andere syndromen, of in de algemene bevolking, is nog niet duidelijk.

Taal- en spraakstoornissen kunnen tegelijkertijd en los van elkaar voorkomen. Het probleem kan mild of ernstig zijn. In ieder geval is een grondig onderzoek door een gecertificeerd taal- spraakpatholoog de eerste stap tot het verbeteren van taal- en spraakproblemen.

Zoek andere pagina's die hetzelfde onderwerp delen als deze pagina Communicatie en taal12 Communicatie en taal9 Communicatie en taal9
MARJORIE GOODBAN, PH.D. C.C.C-­‐S.L.P
MARJORIE GOODBAN, PH.D. C.C.C-­‐S.L.P

 CDLS FOUNDATION PROFESSIONAL DEVELOPMENT COMMITTEE MEMBER

Source:
pagina geschiedenis
Laatst gewijzigd door Gerritjan Koekkoek op 2021/06/16 18:42
Gemaakt door Gerritjan Koekkoek op 2015/01/04 23:00
translated by Lara Tauritz Bakker

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                               


  

Over de website-inhoud

Alle informatie die u hier vindt is ter informatie, geen medisch advies! De plaats voor het vinden van specifieke medische adviezen, diagnoses en de behandeling is uw arts. Gebruik van deze site is strikt op eigen risico. Als u vind dat iets onjuist is, verduidelijking behoeft, verbeterd kan worden, doe dan mee, meld uzelf aan op onze website en stel een verbetering voor. Mocht U dit liever per email doen dan kan dat ook!

Stuur een email: vereniging@cdlsworld.org